23
February 2024
De termen API (Application Programming Interface) en RPA (Robotic Process Automation) worden vaak nog door elkaar gehaald. Want wanneer gebruik je nou welke? Ze hebben veel met elkaar te maken, maar zijn toch aanzienlijk anders. We hebben daarom alles voor je uitgezocht en geven je in deze blog de 3 grootste verschillen! Uiteraard duiken we eerst in de definities van beiden.
Een API is een interface van een applicatie die gebruikt wordt om systemen met elkaar te laten praten. Het is als een ware een doorgeefluik tussen programma’s om data met elkaar uit te wisselen. API’s vormen dan ook de basis voor de integratie van systemen binnen een organisatie.
Als we kijken naar RPA, dan wordt deze tool veelal gebruikt om digitale processen die mensen met de hand uitvoeren na te bootsen. De tool kan aangeleerd worden welke muisklikken en toetsaanslagen nodig zijn om een bepaalde actie te ondernemen. Denk aan het klikken op specifieke knoppen en het invullen van invoervelden in applicaties.
We beginnen met het eerste en tevens belangrijkste verschil: een API is een stuk stabieler dan RPA bij het uitwisselen van data. Om dit het beste te begrijpen kun je applicaties het beste zien als eilanden.
Je kan je van het ene eiland naar het andere eiland verplaatsen door middel van een brug: die kost veel tijd en geld om te bouwen, maar als het er eenmaal staat is het een stabiele verbinding. Hetzelfde geldt voor een API. Over het algemeen stroomt data namelijk razendsnel en stabiel door API’s heen.
Maar wat als je geen brug hebt? Je zou dan een kano kunnen nemen: het is een goedkope oplossing, maar moeilijk inzetbaar bij storm op water. Zo kan je RPA ook zien. Het is een kostenefficiënte oplossing om data uit te wisselen, maar is geen optimale oplossing als applicaties constant veranderen.
RPA werkt namelijk op basis van de knoppen en invoervelden in applicaties. Als deze te vaak veranderen, kan RPA in de war raken. Die weet namelijk dan niet meer waar er geklikt of getypt moet worden.
Beide tools kunnen gebruikt worden om geautomatiseerd data over te zetten. Maar waarom zou je RPA gebruiken als een API stabieler is? Een simpel antwoord: API’s zijn niet altijd beschikbaar. Het bouwen van een API gebeurt binnen een software.
De leverancier moet dus zelf de API bouwen voordat gebruikers het kunnen gebruiken. Er is veel tijd en geld nodig om een API te bouwen. Dit kan soms wel maanden of jaren duren! Het is dan ook maar de vraag of er vanuit de markt genoeg behoefte is om een API te bouwen. Een brug bouw je namelijk ook niet, als er weinig vraag naar is (toch?!).
RPA daarentegen is een stuk minder kostbaar om te gebruiken. Doordat RPA vaak low-code/no-code toepassingen zijn, is het mogelijk om binnen één week een koppeling te maken tussen twee systemen. Dit zorgt ervoor dat RPA vaak als een mooie tussenoplossing wordt gezien als er (nog) geen API aanwezig is.
Naast dat API’s niet altijd beschikbaar zijn, heeft RPA ook extra functies. Zoals we al eerder vertelden, kan RPA elke muisklik en toetsaanslag nabootsen. De functionaliteit van RPA is dus niet beperkt tot alleen data overzetten. Het is in staat gehele processen over te nemen!
Extra stappen kunnen gaandeweg simpel aan het geautomatiseerde RPA proces worden toegevoegd. Denk bijvoorbeeld aan het genereren van facturen, het opstellen van rapportages of het automatisch versturen van e-mails. Waar AP’Is beperkt zijn tot de opties van de API, is RPA juist onbeperkt door de vele opties.
Hoewel een API betrouwbaarder is in gebruik, is deze niet altijd beschikbaar. Is de API wél beschikbaar, dan ontbreekt het soms aan de flexibiliteit. Voor beiden is er dan altijd een uitweg in de vorm van RPA.
Belangrijk om te weten is dat de een, de ander niet uitsluit. Stel nou dat je drie eilanden hebt. Waarvan één met brug en de ander zonder. Dan kan het een uitstekende optie zijn om zowel een brug, als kano te gebruiken 😉!
Op zoek naar hulp op het gebied van Power Automate of Power Apps? Boek gemakkelijk een vrijblijvende meeting met onze specialist en laat je helpen!